Informatie
Anne Frank

De familie Frank verhuisde in 1933 van het Duitse Frankfurt am Main, waar Anne was geboren, naar Amsterdam om aan vervolging door de nazi's te ontkomen. Anne volgde begin 1934. Het gezin Frank ging aan het Merwedeplein (achter het Daniël Willinkplein, het huidige Victorieplein) wonen in een Amsterdamse nieuwbouwwijk.
Anne was net dertien jaar oud toen ze in juli 1942 onderdook in een achterhuis achter het bedrijf Opekta van haar vader Otto Frank aan de Prinsengracht 263. De deur tussen voorhuis en achterhuis zat verstopt achter een boekenkast. In het voorhuis en in het magazijn werkte personeel, waarvan enkelen op de hoogte waren van de onderduikers.
Anne Frank en haar familie hadden hun Duitse nationaliteit verloren vanwege een Duitse wet uit 1941 die alle Joden buiten Duitsland hun staatsburgerschap ontnam. De familie werd op dat moment staatloos. Of de Duitse naziwet die de naar het buitenland gevluchte Duitse Joden hun staatsburgerschap ontnam ooit later is ingetrokken is niet bekend. Anne Frank heeft nooit het Nederlandse staatsburgerschap gekregen.
Wonen in het achterhuisAnne Frank woonde met haar ouders en zus in het achterhuis van 6 juli 1942 tot 4 augustus 1944. Daar zaten in totaal acht mensen ondergedoken: Otto en Edith Frank (Annes ouders), Annes oudere zus Margot, de heer en mevrouw Van Pels met hun zoon Peter (in het dagboek model voor de familie Van Daan) en naderhand ook Fritz Pfeffer, een Joodse tandarts (die model staat voor het personage Dussel in het dagboek).
In deze jaren hield Anne Frank een dagboek bij, waarin ze onder andere schreef over de angst van het hoofdpersonage 'Anne' tijdens het onderduiken, haar ontluikende gevoelens voor Peter, de ruzies met haar ouders en haar ambities om schrijver te worden. Het enige stukje natuur dat het hoofdpersonage in het boek kon zien vanaf de zolderkamer was de top van een kastanjeboom. Decennia later zou deze boom als Anne Frankboom bestempeld worden. Anne Frank schreef een aantal schriften vol. Na een oproep op radio Oranje in Londen om dagboeken te verzamelen die na de oorlog konden worden gepubliceerd, herschreef Frank een groot gedeelte. In tien weken schreef ze 324 vellen vol, maar ze kon het boek niet meer voltooien.
Het Achterhuis hoort tot de Nederlandse literatuur, het is een bewerking van de werkelijkheid. Zo komen in het boek gebeurtenissen voor die de schrijfster niet zelf kan hebben meegemaakt, zoals razzia's op de Prinsengracht.
Verraad en verder
Na meer dan twee jaar werden de onderduikers verraden: hun onderduikadres werd ontdekt. Ze werden door de Grüne Polizei en Nederlandse politie-agenten gearresteerd en via kamp Westerbork naar het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau afgevoerd, en een maand later overgebracht naar Bergen-Belsen.
Het dagboek werd gevonden door enkele personeelsleden in het voorhuis die op de hoogte waren van de onderduik: Miep Gies en Bep Voskuijl (in het dagboek model staand voor het personage Elly Vossen). Zowel Gies als Voskuijl hoorde tot de helpers van de acht onderduikers. Het is niet bekend wie Anne Frank en haar familie verraden heeft.
Nadat zij waren gearresteerd, werden de acht onderduikers plus de helpers Victor Kugler en Johannes Kleiman naar het hoofdkwartier van de Gestapo in Amsterdam-Zuid gereden. Na enige tijd in een kamer met andere gevangenen te hebben gezeten, werden Kugler en Kleiman naar een andere cel gebracht. Het was de laatste keer dat ze hun vrienden zagen. Van de onderduikers overleefde alleen Otto Frank, de bedenker van het onderduikplan, de oorlog.
De volgende dag werden de onderduikers naar de gevangenis aan het Kleine-Gartmanplantsoen gebracht, waar zij twee dagen verbleven. Op 8 augustus 1944 werden ze naar het Centraal Station van Amsterdam gebracht. Zodra de passagiers binnen waren, gingen de deuren op slot. 's Middags kwam de trein op zijn bestemming aan: kamp Westerbork.
De onderduikers werden in een strafbarak gezet omdat ze zich niet vrijwillig voor 'tewerkstelling in Duitsland' (in werkelijkheid: voor massavernietiging) hadden gemeld. Hun hoofden werden kaalgeschoren, ze kregen minder eten en moesten harder werken dan andere gevangenen. Hun werk bestond uit de demontage van afgedankte batterijen. De bewuste barak, nummer 57, werd in 1957 verkocht en afgebroken, en in Veendam opnieuw opgebouwd en gebruikt als schuur. Op de plaats waar de barak stond hangt een doek met een afbeelding van het bouwsel. Het Herinneringscentrum Westerbork was in 2009 van plan de barak op de originele plek weer op te bouwen. Een brand op 18 juli 2009 verijdelde dit plan.
In de ochtend van 3 september 1944 werden omstreeks duizend mensen naar het oosten gebracht. Een selectieleider kwam de avond tevoren naar de strafbarak, waar hij de namen op zijn lijst voorlas. Ook de onderduikers uit het achterhuis hoorden daarbij. Het was de laatste trein die vanuit Westerbork naar Auschwitz zou vertrekken.
Op vijf september, terwijl het in Nederland Dolle Dinsdag was, arriveerde de trein in het vernietigingskamp Auschwitz II - Birkenau. De acht onderduikers doorstonden de beruchte selectie voor de gaskamers. Vervolgens werden de mannen van de vrouwen gescheiden; Otto Frank, Hermann van Pels, Peter van Pels en Fritz Pfeffer werden naar het nabijgelegen kamp Auschwitz I weggevoerd. Anne, Margot, moeder Edith en Auguste van Pels bleven achter in het vrouwenkamp van Birkenau. Na enkele weken kreeg Anne schurft. Ze werd in het zogenaamde Krätzeblock (Krabblok) ondergebracht dat door een hoge muur gescheiden was van de rest van het kamp. Margot ging met haar mee.
DoodOp 28 oktober 1944 vertrok een transport met 1308 vrouwen uit Birkenau naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. Waarschijnlijk maakten ook Anne en Margot daar onderdeel van uit. Edith bleef achter en stierf op 6 januari 1945. Rond eind februari of midden maart 1945 overleed Margot, enkele dagen later overleed ook Anne, waarschijnlijk aan de gevolgen van vlektyfus. In die periode lieten naar schatting 17.000 gevangenen het leven in Bergen-Belsen. Van een kamp-administratie was toen geen sprake meer, de reden dat de exacte overlijdensdata van Anne en Margot niet meer te achterhalen zijn.
DagboekAnne Frank schreef haar dagboek in de vorm van brieven aan een fictieve vriendin Kitty. Ze schreef: 'Ik zal hoop ik aan jou alles kunnen toevertrouwen, zoals ik het nog aan niemand gekund heb, en ik hoop dat je een grote steun aan me zult zijn.'
Nadat de schrijfster en haar familie verraden waren en gedeporteerd, heeft helpster Miep Gies de dagboekpapieren bewaard. Alleen Annes vader Otto overleefde het vernietigingskamp; Gies gaf het dagboek na de oorlog aan de vader van de schrijfster. Otto Frank redigeerde de tekst en/of liet dat door anderen doen. Hij publiceerde het boek in 1947 onder de titel Het Achterhuis. Het is sindsdien een van de meest gelezen boeken ter wereld geworden.
Recente uitgaven van het boek vergelijken Anne Franks originele tekst met de veranderingen die door haar vader en door anderen zijn aangebracht. Alleen in de wetenschappelijke editie is te zien wat de laatste versie is die door de schrijfster zelf is gemaakt. De handelseditie gaat niet uit van deze zogeheten 'Ausgabe letzter Hand'.
Ander literair werkAnne Frank is niet alleen de auteur van Het Achterhuis. Zij schreef in haar korte leven méér. In 2004 verscheen het Mooie-zinnenboek. Op aanraden van haar vader had Anne (in een kasboek) fragmenten overgeschreven uit de vele boeken die zij op haar onderduikadres las. Het gaat om fragmenten en versjes die haar bijzonder troffen. In de meeste gevallen betreft het volwassen literatuur in het Nederlands, Duits en Engels. Het boek bevat facsimilia van Annes originele handschrift met daarnaast de gedrukte tekst. Het manuscript werd al tentoongesteld in het Anne Frank Huis en in het buitenland, maar verscheen niet eerder in druk.
Verspreid zijn enkele gedichten van Anne Frank verschenen die niet zijn gebundeld. Verder staat op haar naam het boek Verhaaltjes, en gebeurtenissen uit het achterhuis.
EerbetoonOp zaterdag 9 juli 2005 werd op het Merwedeplein een monument onthuld ter nagedachtenis aan Anne Frank. Van 1934 tot 1942 woonde zij op het Merwedeplein. Al van oudere datum is een beeld van haar op de Westermarkt, vlak bij het onderduikadres. Er is geen enkele andere schrijver van wie er twee standbeelden in Amsterdam staan. In de vroegere jodenbuurt is een straat naar Anne Frank vernoemd. Ook de Montessorischool, waar Anne Frank in 1941 moest vertrekken omdat ze joods was, draagt haar naam.
EchtheidDe dagboeken van Anne Frank worden als echt beschouwd. Dat bevestigde onder andere de Duitse Bundeskriminalamt (BKA) in een onderzoek. Het papier en de inkt die de schrijfster in haar dagboek gebruikte, stammen uit de oorlogsjaren. In een eerder onderzoek in 1980 merkte de BKA nog op dat er enige balpeninkt was gebruikt die pas in 1951 op de markt kwam. Voor neonazi’s was dit vele jaren aanleiding om te beweren dat het dagboek niet echt was. De aangetroffen balpeninkt was echter niet aangebracht in het dagboek, maar op losse blaadjes. Deze blaadjes bleken afkomstig van een Duitse onderzoekster die de dagboeken in 1960 bestudeerde.
Anne Frank StichtingIn 1963 richtten Otto Frank en zijn tweede vrouw Elfriede Geiringer-Markovits het Anne Frank Fonds op gevestigd te Bazel in Zwitserland. Het fonds ondersteunt wereldwijd projecten om onder meer jongeren voor te lichten over racisme. In 1980 stierf Otto Frank op 91-jarige leeftijd. Hij schonk voordien het dagboek aan het NIOD.
Nominatie grootste NederlanderIn 2004 werd Anne Frank genomineerd voor het televisieprogramma De grootste Nederlander. Voor de organiserende omroep KRO was dit aanleiding om voor te stellen Anne Frank postuum te naturaliseren. Dit voorstel werd door een aantal Tweede Kamerleden gesteund. Volgens de Nederlandse wet komen echter alleen levende personen in aanmerking voor naturalisatie. Naar de mening van de Anne Frank Stichting wordt Anne Frank allang als Nederlands staatsburger beschouwd omdat ze in Nederland opgroeide en in Nederland haar literaire werk schreef.
De KRO besloot daarop de nominatie van de formeel staatloze Anne Frank in stand te houden, te meer omdat het bezit van de Nederlandse nationaliteit bij de verkiezing van De grootste Nederlander er niet echt toe zou doen. Ze eindigde op de 8ste plaats in de slotverkiezing.
Bij een soortgelijk televisieprogramma in Duitsland (Unsere Besten voor de verkiezing van de grootste Duitser) werd Anne Frank eveneens genomineerd. Zij eindigde hier op de 134ste plaats.
Stolperstein te AkenIn mei 2009 werd besloten voor Anne Frank, haar zuster Margot en haar moeder Edith elk een monumentje op te richten in Aken in Duitsland, de laatste woonplaats voor hun komst naar Nederland. De Keulse kunstenaar Gunter Demnig zou drie messing herinneringsplaatjes wijden in het trottoir voor de woning waar de drie in 1933 bij Ediths moeder woonden, voor hun vlucht naar Nederland. Eerder liet Demnig her en der in de Bondsrepubliek al zo'n 17.000 plaatjes, zogenoemde Stolpersteine (struikelstenen) plaatsen als kleine monumenten voor de slachtoffers van de nazi's.